vreemde luis 1.0
((vooral) in België)
Algemene voorbeelden
Waarom liggen daar niet wat middendoor gesneden aardbeien die je mag proeven voor je koopt? Bij de bougnouls, de makaken, de allochtonen, enfin, bij al die vreemde luizen die hier de handel naar de kloten komen helpen, doen ze dat wel. Je tast, je ruikt, je proeft voor je koopt. Logisch toch?
Al die vreemde luizen in ons prachtige land. Je kan geen drie stappen verzetten of je zou struikelen over een tulband, een sluier of een bananenschil.
'Wat weet jij van die ruzie?' dringt de schrijver aan. 'Hoe weet u dat van die verdwijning?' wil Jenny eerst weten. 'In Susch spreekt niemand daarover, en zeker niet met een vreemdeling als u. In Susch moeten we geen vreemde luizen.'